De visie van Philippe Degraef (Febetra) op de nood aan investeringen voor een duurzame logistiek

Dat er in 2023 wereldwijd geen vuiltje aan de lucht is op het vlak van klimaat en milieu, is tegelijk het zonlicht ontkennen. Op weg naar een energietransitie moeten we met z’n allen vol aan de bak om onze CO2-uitstoot te verminderen en duurzame energiebronnen in te zetten. De relance zal groen zijn, zoveel is zeker. Maar volgens Philippe Degraef, directeur Febetra, blijft nog te vaak onderbelicht dat deze transitie ons samen ook handenvol geld zal kosten. Hoog tijd om die ongemakkelijke waarheid aan te kaarten.

De energietransitie is wereldwijd een hot topic. Ook in ons land merken we steeds meer de impact van klimaatverandering op onze samenleving, met onder meer extremere weersomstandigheden, onvoorspelbare landbouwoogsten, duurdere voedselprijzen en minder biodiversiteit in onze natuur. “Met die knipperlichten op rood zou het onverantwoord zijn om geen actie te ondernemen richting een duurzame energietransitie”, zegt Degraef. “De switch naar duurzame energiebronnen en het verminderen van de CO2-uitstoot zijn cruciaal om klimaatverandering tegen te gaan en onze toekomstige generaties te beschermen. Maar deze overgang zal niet zonder slag of stoot verlopen en vergt aanzienlijke inspanningen, samenwerking en financiële middelen.”

Volgens Degraef is één ding zeker: in de strijd voor een schoner milieu en stabieler klimaat moeten alle stakeholders in onze samenleving de nodige inspanningen leveren. Als directeur van Febetra pleit hij daarom voor een ketenaanpak, waarbij onder meer vrachtwagenconstructeurs, energieleveranciers en overheden nauw samenwerken en op die manier de weg effenen naar een duurzame transportsector. “Het ambitieuze VIAVIA-project van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters dat in maart van dit jaar gelanceerd werd, past in deze strategie”, geeft Degraef aan. “Met dit project wil de minister volop inzetten op groene binnenvaart, een vergroening van de luchtvaart, zero-emissiegoederenvervoer over de weg, duurzame stadslogistiek en multimodale corridors.” 

“Als beroepsfederatie zetten we graag onze schouders onder die doelstellingen, want zero-emissievrachtvervoer en meer logistieke bewegingen via andere modi dan de weg moeten het ‘nieuwe normaal’ worden”, benadrukt Degraef. “De eindbestemming kennen we, maar de weg ernaartoe is nog bezaaid met tal van vraagtekens. Als we de krachten niet bundelen – met zowel vrachtwagenconstructeurs, transporteurs, energieleveranciers en overheden in de driver’s seat –, dreigt een substantiële vergroening van de transportsector in een doodlopend straatje te belanden. En dat kan nooit de bedoeling zijn.”

Alle neuzen in dezelfde richting dus. Waarbij het volgens de topman in de transportsector ook meteen duidelijk moet worden hoe een eerlijke verdeling van extra investeringskosten voor een emissievrije logistiek gerealiseerd wordt. “Het is een illusie te denken dat het klimaatbestendig maken van onze regio kan gebeuren zonder zware financiële inspanningen”, zegt Degraef. “De ongemakkelijke waarheid is dat duurzaam synoniem is met duur, en dat iedereen in de toeleveringsketen in zijn portemonnee zal moeten tasten. We pleiten dus voor een eerlijke verdeling van de financiële lasten, met aandacht voor de praktische uitdagingen waarmee transporteurs en logistieke spelers geconfronteerd worden.”  ■