Het douanestrafrecht in ons land is nog steeds gebaseerd op de Code Napoléon uit het begin van de 19de eeuw. Het resultaat? Ruim 18.000 codes om goederen in en uit te klaren. Een bron van frustratie van Belgische bedrijven die internationaal zakendoen, omdat ze het risico lopen op stevige boetes. Een hervorming van het Belgische douanesanctiebeleid is dus meer dan welkom.
Die hervorming staat momenteel volop in de steigers. “Ondernemingen, expediteurs, scheepsagenturen, beleidsmakers… Alle spelers in de sector pleiten al enkele jaren voor een doorgedreven hervorming en modernisering van het huidige vervolgings- en sanctiebeleid”, aldus Werner Rens, Adviseur-generaal bij de FOD Douane & Accijnzen.
“In het federale regeerakkoord van 2020 werd de modernisering van het douanestrafrecht in ons land opgenomen in het regeerakkoord. In 2022 organiseerde het kabinet van minister van Financiën Vincent Van Peteghem diverse rondetafelgesprekken met vertegenwoordigers uit de industrie, logistiek, advocatuur, academische en douanewereld om deze hervorming voor te bereiden. Het Nationaal Forum (het overlegplatform van de privésector en de Algemene Administratie van Douane & Accijnzen, n.v.d.r.) gaf onlangs groen licht voor een hervormingsvoorstel.”
Zijn de Belgische douaneautoriteiten te streng in vergelijking met hun buitenlandse collega’s? Bedrijven in ons land vinden van wel. Voor de minste administratieve fout in een douaneaangifte wordt een boete opgelegd, zo klinkt het. En ook: het sanctiebeleid in ons land zou te repressief zijn, terwijl de douaneautoriteiten bij onze noorderburen een meer remediërende aanpak uitrollen. Rens nuanceert. “De afgelopen jaren is de wereld een pak complexer geworden. Nieuwe en soms onverwachte geopolitieke gebeurtenissen maken internationale handel volatieler, waarbij onder meer Europese beleidsmakers aansturen op meer controle. We willen immers geen goederen verschepen die in oorlogssituaties ingezet kunnen worden. Om maar te zwijgen van de strijd tegen drugs waar we steeds meer mensen en middelen tegen inzetten.”
“In het te hervormen douanesanctiebeleid moet het principe van goede trouw verder uitgewerkt worden in de douanewetgeving”, geeft Rens aan. “Dit vermijdt dat bepaalde betwistingen automatisch voor de rechtbank eindigen. Ook moeten bedrijven de kans krijgen om fouten recht te zetten, zonder uiteraard een vrijgeleide te geven voor laisser-passer. Als een internationaal opererende marktspeler bewust de regels overtreedt en fraude pleegt, dan moeten we dat streng blijven bestraffen.” ■